Zoals gezegd begint onze tocht in Sloten, één van de Friese elf steden en we
zullen er op deze tocht nog een paar aandoen , Balk, Stavoren,
Hindeloopen, Workum en Bolsward.
Begrijfplaats in Ruigahuizen, het bouvallige klokhuis op dit zeer oude
terpachtige kerkhof werd in 1920 afgebroken. Het oudste bekende klokje
werd in 1746 gegoten door Ciprianus Crans uit Amsterdam. In de oorlog
verhuisde het naar de zolder van het gemeentehuis in Balk. In 1956 werd de
klok weer in een nieuwe stoel gehangen tot zij in 1975 werd gestolen en
nooit terug is gevonden.
Een prachtig uitzicht aan de andere kant van het kerkhof.
De Nederlandse beeldhouwer Ids Willemsma maakte deze "Toegangspoort"
van de "slottuin" in Rijs. Het zijn beukenbladeren en de gaten die er in zitten zijn
door de rupsen gemaakt.
We kwamen ook langs het Russisch Orthodox klooster van de Heilige Nicolaas
in Hemelum.Als het licht boven de kloosterkerkingang brandt betekent dit
dat er een dienst gaande is en kunt u binnen komen.
We rijden door naar Stavoren, over leuke en mooie landwegen, langs de dijk,
het is gewoon een mooie toch wat we tot nu toe al gezien hebben.
In Stavoren moeten we natuurlijk even een rondje lopen.
Even op de uitkijk en lekker de wind door de haren heen laten gaan.
Dit ging niet helemaal goed, in was de dijk naar beneden gegleden, enkel is
nog steeds niet goed om het lopend te doen, dus ik zit daar op mijn
kont en kijk naar boven en zie Sjaak staan, en ik moet altijd snel zijn
om hem op de foto te zetten en dan gebeurt het dat ik niet naar de
horizon kijk, een beetje scheef maar vond het wel iets hebben.
Zeilboten gaan veel voorbij, wat een vrij gevoel moet dit geven.
Voordat je aan de overkant bent en weer terug is je dag voorbij.
Is even anders dan hier op de plas.
Vrouwtje van Stavoren kunnen we natuurlijk niet overslaan. Stavoren is de oudste en was weleer de grootste en rijkste stad van Friesland; een machtige koopmansstad, waar ook de Friese koningen hun verblijf hielden.
Maar na de 13de eeuw begon de rijkdom af te nemen. De Noordzee had de kunstlanden doorbroken; Zuiderzee met nieuwe stroomgebieden was ontstaan.
Er woonde in Stavoren een rijke koopmans weduwe, die haar hoogmoed de kapitein van één van haar koggen opdracht gaf, uit buitenlandse havens het kostbaarste te halen dat hij kon vinden. Toen hij na vele omzweringing Dantzig aandeed, ontdekte hij ergens in een pakhuis de mooiste tarwe in zijn schip en voer terug naar huis ervan overtuigd dat hij inderdaad het kostbaartse ter wereld in het ruim had. Maar hoe zou hij worden teleurgesteld! De rijke weduwe was buiten zichzelf van woede, toen zij had gehoord dat haar schip in plaats van het kostbaarste goed, met een lading tarwe was teruggekeerd.
Aan welke zijde heb je de lading ontvangen? vroeg zij de kapitein. "Aan bakboordzijde", antwoordde de kapitein. " Welnu", gebood zij, "stort het dan aan stuurboordzijde in zee" . De kapitein deed wat hem bevolen was. Een oude man uit het volk, die vlak bij haar stond, greep deze verkwisting zozeer aan, dat hij haar opgewonden toeriep: "U zult voor Uw hoogmoed gestraft worden! Er komt nog een tijd, dat U zult gaan bedelen!'Onverstoord draaide zij zich om, nam een gouden ring van haar vinger, gooide deze vervolgens in de golven en zei; " zomin deze ring uit de zee terugkeert, zomin zal ik tot de bedelstaf vervallen".
Korte tijd na die gedenkwaardige dag vond de dienstmeid van de weduwe de ring terug in de ingewanden van een schelvis, die zij voor het middagmaal klaarmaakte. Zij liet de ring aan haar meesteres zien en deze schrok hevig, toen ze de ring als de hare herkende. Enkele dagen later bereikte haar het onstellende bericht, dat al haar schepen op de terugreis met man en muis waren vergaan....
Nooit meer kwam zij deze slag te boven. En zo kwam de voorspelling uit; de eens zo rijke koopmansvrouw verviel tot de bedelstaf. Daar waar de kostbare lading in zee was gestort, verrees een zandbank, die nog steeds het Vrouwenzand wordt genoemd. Naar men zegt heeft op deze bank ooit een plant gegroeid, die halmen voortbracht, die op korenaren leken, maar nooit heeft men korrels in de aren gevonden.
Na dit hele verhaal gelezen te hebben gaan we door naar Hindeloopen. We komen aan de andere kant binnen, dan dat we in de winter aan kwamen toen Loes en ik de ijsschotsen op de kiek hebben gezet.
De kitesurfers en de windsurfers hebben een lekker windje op zich op deze
mooie zondag even uit te leven.
Het torentje van de haven meester, wie hier een keer geweest is weet
dat hier een ophaal brug zit en dat het niet te breed is. En laat dit nu een vraag
zijn, de vraag was "hoeveel mannetjes er in de boot zaten" iedereen dus
stoppen, soms was het paniek in de tent.
De havenmeester heeft een mooi bord bij de deur hangen.
En hij weet ook altijd hoe laat het is..;-)
Drie jaar na de opening in 2005 werd De Vries scheepsbouw Makkum verkozen
tot Friese onderneming van het Jaar. Ondanks haar jonge geschiedenis wordt
de werf beschouwd als een van de parels van de Friese economie. Het droogdok
in Makkum is 120meter lang en continu gevuld met exclusieve custom-built jachten,
De Feadship jachten hebben een minimale afmeting van 75 meter lengte en 12 meter
breed. Wat had Sjaak daar graag even binnen gekeken, wanneer je goed kijkt
staat er een schip in aanbouw.
Kasteelheer Yde Schakel, in Allingastate, is vandaag jarig en is 84 jaar geworden.
Hij was zelf aanwezig om van iedereen een handje te mogen ontvangen, een vrolijke
man die veel te vertellen had.
En je raad het nooit, Mika zat ons op te wachten. Wat is het een scheetje, zo lief
en zacht, heerlijk om even vast te houden. Wil je meer foto's van Mika zien,