Vandaag met Cristien naar het Vogelpark Avifauna geweest.
In het Vogelpark Avifauna vind je een groep roze pelikanen. Deze hebben hun vaste stek achterin het park bij een grotere vijver met nog meer vogels, die komen nog.
Ik vind pelikanen rare snuiters; mede door hun veel te grote snavel met daaraan hun eigen "visnetje".
In het wild is, ook in ons land, zo nu en dan wel eens een roze pelikaan te zien. Het is maar de vraag of dit een echte verdwaalde wilde vogel is of dat het gaat om een ontsnapt exemplaar uit een vogelpark o.i.d. Pelikanen komen uit toch wel wat warmere gebieden. De roze pelikaan komt voor in zuid en zuidoost Europa en verder zuidelijk in Afrika. Het is bekend dat zij in de groep een school vissen bij elkaar kunnen drijven en dan een enorm feestmaal hebben. Eendracht maakt macht, zullen zij eens in een ver verleden ontdekt hebben.
Pelikanen is een familie van watervogels die bekend zijn door hun opvallende uiterlijk, hun grootte en hun gedrag. De familie telt 8 soorten.
Pelikanen kunnen tot 14 kg zwaar worden. Ze worden tot 1,80 meter lang en kunnen een spanwijdte van 3 meter hebben en een leeftijd van 35 jaar bereiken. De beide Euraziatische soorten (de roze pelikaan en de kroeskoppelikaan) behoren tot de grootste vliegende vogels.
Pelikanen zijn piscivoor; hun voedsel bestaat uit vis. Een groep pelikanen jaagt gezamenlijk. Door uitbundig vleugelgeklapper wordt een school vis naar ondiep water gedreven. Pelikanen hebben een grote snavel en een grote keelzak. Als een pelikaan een prooi ziet schept hij de vissen uit het water. Als hij zijn hoofd optilt gaat het water weg en blijf de vis achter.
Ook naast de gezamenlijke jacht zijn pelikanen sociale vogels. Ze broeden in kolonies, waar ze dicht op elkaar zitten. In gevangenschap komen ze pas tot broeden als ze minstens met z'n achten zijn.
Pelikanen golden in het vroege christendom als symbool van opofferende moederliefde. "Moederpelikanen" werden afgebeeld met een door henzelf opengepikte borst, waardoor de jongen met bloed gevoed konden worden.
Een volwassen vogel heeft een wit kleed, vaak met een oranjeroze zweem (voornamelijk in het broedseizoen). De voorborst is geel. De slagpennen zijn bij volwassen dieren zwart, en in de vlucht goed zichtbaar, waarbij ze contrasteren met de andere witte veren op de onderzijde. Bij juveniele roze pelikanen is de mantel bruin met grijs, en de onderzijde asgrauw. Ze worden witter naarmate ze ouder worden. De juveniele dieren hebben een donkere vleugelvoorrand. De snavel is grijzig geel, en de grote keelzak is heldergeel, oranje of rozewit van kleur. Aan het einde van bovensnavel zit een scherpe haak. De korte poten zijn oranjeroze. Tussen de vier tenen bevindt zich een zwemvlies. De ogen zijn donkerbruin en omringd door naakte geelroze huid. Een roze pelikaan in broedkleed heeft behalve de roze zweem over het kleed een kuif en een gele halsvlek, en worden de kleuren van de snavel en de keelzak helderder. Ook zwelt de kale huidplek rond de ogen op. Hij is ongeveer 140 tot 178 cm lang en 9 tot 11 kg zwaar. De spanwijdte is 270 tot 360 cm. Vrouwtjes zijn kleiner dan mannetjes. De snavel is 29 tot 47 cm lang.
De eveneens in Zuidoost-Europa voorkomende kroeskoppelikaan wordt iets groter. Ook zijn de poten van de kroeskoppelikaan grijs in plaats van roze, is de ondervleugel niet contrasterend zwart-wit maar egaal vuil bruin. Juveniele roze pelikanen zijn donkerder van kleur dan juveniele kroeskoppelikanen.
Slapen en rusten gebeurt eveneens in groepen, voornamelijk in rietkragen. Bij gebrek aan riet of andere hoge oeverbegroeiing rusten ze op eilandjes en zandbanken. De gunstigste rustplaatsen worden geregeld bezocht. Als slapen op de grond te gevaarlijk is (bijvoorbeeld door jagers) of als hij door slecht weer niet op tijd een gunstige slaapplaats heeft kunnen vinden, slaapt de roze pelikaan zelfs in een boom.
In gevangenschap wordt de roze pelikaan tot dertig jaar oud. Behalve de mens kent hij geen vijanden. Jonge vogels kunnen wel gegrepen worden door arenden en andere grote roofvogels.
Het broedseizoen loopt van mei tot juli. Tijdens de balts verzamelen de mannetjes in groepen, en pronken ze tegen elkaar op. De hierdoor aangetrokken vrouwtjes kiezen een mannetje uit. Soms gaan meerdere mannetjes achter een vrouwtje aan, waarvan een zich vaak als de leider gedraagt. Uit deze groep kiest het vrouwtje haar partner. Hierna gaat de balts verder. De twee zonderen zich even af om de band te verstevigen, waarna ze zich weer samenvoegen bij de groep. Het mannetje wijkt hierbij niet van haar zijde. Het vrouwtje kiest de nestplaats in de broedkolonie. Een geschikte broedplaats bevindt zich meestal in rietkragen of lage zand- en moddereilandjes in rivierdelta's en ondiepe (visrijke) meren. Als ze een geschikte plek heeft gevonden. krabt ze in de grond met haar snavel en neemt ze op de plek plaats. Hierna vindt de paring plaats. Hierna gaat het mannetje op zoek naar geschikt nestmateriaal, dat hij in de snavel vervoert. Het vrouwtje bouwt het nest.
De roze pelikaan broedt in een groot nest van riet, lisdodde en twijgen tussen platgetrapt riet. Een legsel bestaat uit één tot drie (meestal twee) eieren, die een dag na elkaar worden gelegd. Het ei weegt 155 tot 195 gram. Het broeden wordt door beide ouders gedaan, maar het vrouwtje zit het langst op het nest. Het broedende ouderdier slaapt op het nest, het nietbroedende dier naast het nest of in het foerageergebied. Na 29 tot 32 dagen komen de eieren uit. Bij de geboorte is het jong kaal. Na drie tot veertien dagen ontwikkelt zich een spaarzaam donskleed. Het blijft veertien dagen op het nest. Het jong wordt tweemaal per dag gevoerd door beide ouders. De eerste twee weken eet het jong een door de ouders opgebraakte brij. Later moeten ze zelf met hun kop de keelzak in, om de stukken vis uit de slokdarm van het ouderdier te halen. De broedkolonie bevindt zich soms ver van de foerageergebieden af, waardoor de ouderdieren vaak tien tot vijftig, soms wel honderd km op een dag moeten afleggen.
Na drie tot vier weken verzamelen de jongen zich in zogenaamde "crèches". Deze crèches worden in de gaten gehouden door enkele volwassen dieren. De jonge pelikanen hebben dan een dicht, donkerbruin donskleed. Als de ouders de crèche bezoeken om te voeren, herkennen zij hun jongen. Als de pelikanen twee maanden oud zijn, kunnen ze hun eigen voedsel zoeken, en vanaf die tijd verlaten ze de crèche. Na 65 tot 70 dagen zijn ze in staat om te vliegen en zijn ze zelfstandig. Na drie tot vier jaar zijn ze geslachtsrijp.
Tot de volgende...