Incanto Images Fotografie

Incanto Images betekent betoverende foto's.
Ik hoop dat de betovering werkt en dat je kan genieten van de foto's.
Van macro- tot landschapfotografie en alles wat daar tussen in zit.





Posts tonen met het label Vogelpark Avifauna. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Vogelpark Avifauna. Alle posts tonen

Avifauna - Roze pelikaan - Pelecanus onocrotalus

 18-11-2010
Vandaag met Cristien naar het Vogelpark Avifauna geweest.
In het Vogelpark Avifauna vind je een groep roze pelikanen. Deze hebben hun vaste stek achterin het park bij een grotere vijver met nog meer vogels, die komen nog.


Ik vind pelikanen rare snuiters; mede door hun veel te grote snavel met daaraan hun eigen "visnetje".

In het wild is, ook in ons land, zo nu en dan wel eens een roze pelikaan te zien. Het is maar de vraag of dit een echte verdwaalde wilde vogel is of dat het gaat om een ontsnapt exemplaar uit een vogelpark o.i.d. Pelikanen komen uit toch wel wat warmere gebieden. De roze pelikaan komt voor in zuid en zuidoost Europa en verder zuidelijk in Afrika. Het is bekend dat zij in de groep een school vissen bij elkaar kunnen drijven en dan een enorm feestmaal hebben. Eendracht maakt macht, zullen zij eens in een ver verleden ontdekt hebben.




Pelikanen is een familie van watervogels die bekend zijn door hun opvallende uiterlijk, hun grootte en hun gedrag. De familie telt 8 soorten.


Pelikanen kunnen tot 14 kg zwaar worden. Ze worden tot 1,80 meter lang en kunnen een spanwijdte van 3 meter hebben en een leeftijd van 35 jaar bereiken. De beide Euraziatische soorten (de roze pelikaan en de kroeskoppelikaan) behoren tot de grootste vliegende vogels.


 Pelikanen zijn piscivoor; hun voedsel bestaat uit vis. Een groep pelikanen jaagt gezamenlijk. Door uitbundig vleugelgeklapper wordt een school vis naar ondiep water gedreven. Pelikanen hebben een grote snavel en een grote keelzak. Als een pelikaan een prooi ziet schept hij de vissen uit het water. Als hij zijn hoofd optilt gaat het water weg en blijf de vis achter.

Ook naast de gezamenlijke jacht zijn pelikanen sociale vogels. Ze broeden in kolonies, waar ze dicht op elkaar zitten. In gevangenschap komen ze pas tot broeden als ze minstens met z'n achten zijn.


 
Pelikanen golden in het vroege christendom als symbool van opofferende moederliefde. "Moederpelikanen" werden afgebeeld met een door henzelf opengepikte borst, waardoor de jongen met bloed gevoed konden worden.

Een volwassen vogel heeft een wit kleed, vaak met een oranjeroze zweem (voornamelijk in het broedseizoen). De voorborst is geel. De slagpennen zijn bij volwassen dieren zwart, en in de vlucht goed zichtbaar, waarbij ze contrasteren met de andere witte veren op de onderzijde. Bij juveniele roze pelikanen is de mantel bruin met grijs, en de onderzijde asgrauw. Ze worden witter naarmate ze ouder worden. De juveniele dieren hebben een donkere vleugelvoorrand. De snavel is grijzig geel, en de grote keelzak is heldergeel, oranje of rozewit van kleur. Aan het einde van bovensnavel zit een scherpe haak. De korte poten zijn oranjeroze. Tussen de vier tenen bevindt zich een zwemvlies. De ogen zijn donkerbruin en omringd door naakte geelroze huid. Een roze pelikaan in broedkleed heeft behalve de roze zweem over het kleed een kuif en een gele halsvlek, en worden de kleuren van de snavel en de keelzak helderder. Ook zwelt de kale huidplek rond de ogen op. Hij is ongeveer 140 tot 178 cm lang en 9 tot 11 kg zwaar. De spanwijdte is 270 tot 360 cm. Vrouwtjes zijn kleiner dan mannetjes. De snavel is 29 tot 47 cm lang.


De eveneens in Zuidoost-Europa voorkomende kroeskoppelikaan wordt iets groter. Ook zijn de poten van de kroeskoppelikaan grijs in plaats van roze, is de ondervleugel niet contrasterend zwart-wit maar egaal vuil bruin. Juveniele roze pelikanen zijn donkerder van kleur dan juveniele kroeskoppelikanen.


Slapen en rusten gebeurt eveneens in groepen, voornamelijk in rietkragen. Bij gebrek aan riet of andere hoge oeverbegroeiing rusten ze op eilandjes en zandbanken. De gunstigste rustplaatsen worden geregeld bezocht. Als slapen op de grond te gevaarlijk is (bijvoorbeeld door jagers) of als hij door slecht weer niet op tijd een gunstige slaapplaats heeft kunnen vinden, slaapt de roze pelikaan zelfs in een boom.


In gevangenschap wordt de roze pelikaan tot dertig jaar oud. Behalve de mens kent hij geen vijanden. Jonge vogels kunnen wel gegrepen worden door arenden en andere grote roofvogels.


Het broedseizoen loopt van mei tot juli. Tijdens de balts verzamelen de mannetjes in groepen, en pronken ze tegen elkaar op. De hierdoor aangetrokken vrouwtjes kiezen een mannetje uit. Soms gaan meerdere mannetjes achter een vrouwtje aan, waarvan een zich vaak als de leider gedraagt. Uit deze groep kiest het vrouwtje haar partner. Hierna gaat de balts verder. De twee zonderen zich even af om de band te verstevigen, waarna ze zich weer samenvoegen bij de groep. Het mannetje wijkt hierbij niet van haar zijde. Het vrouwtje kiest de nestplaats in de broedkolonie. Een geschikte broedplaats bevindt zich meestal in rietkragen of lage zand- en moddereilandjes in rivierdelta's en ondiepe (visrijke) meren. Als ze een geschikte plek heeft gevonden. krabt ze in de grond met haar snavel en neemt ze op de plek plaats. Hierna vindt de paring plaats. Hierna gaat het mannetje op zoek naar geschikt nestmateriaal, dat hij in de snavel vervoert. Het vrouwtje bouwt het nest.


De roze pelikaan broedt in een groot nest van riet, lisdodde en twijgen tussen platgetrapt riet. Een legsel bestaat uit één tot drie (meestal twee) eieren, die een dag na elkaar worden gelegd. Het ei weegt 155 tot 195 gram. Het broeden wordt door beide ouders gedaan, maar het vrouwtje zit het langst op het nest. Het broedende ouderdier slaapt op het nest, het nietbroedende dier naast het nest of in het foerageergebied. Na 29 tot 32 dagen komen de eieren uit. Bij de geboorte is het jong kaal. Na drie tot veertien dagen ontwikkelt zich een spaarzaam donskleed. Het blijft veertien dagen op het nest. Het jong wordt tweemaal per dag gevoerd door beide ouders. De eerste twee weken eet het jong een door de ouders opgebraakte brij. Later moeten ze zelf met hun kop de keelzak in, om de stukken vis uit de slokdarm van het ouderdier te halen. De broedkolonie bevindt zich soms ver van de foerageergebieden af, waardoor de ouderdieren vaak tien tot vijftig, soms wel honderd km op een dag moeten afleggen.


Na drie tot vier weken verzamelen de jongen zich in zogenaamde "crèches". Deze crèches worden in de gaten gehouden door enkele volwassen dieren. De jonge pelikanen hebben dan een dicht, donkerbruin donskleed. Als de ouders de crèche bezoeken om te voeren, herkennen zij hun jongen. Als de pelikanen twee maanden oud zijn, kunnen ze hun eigen voedsel zoeken, en vanaf die tijd verlaten ze de crèche. Na 65 tot 70 dagen zijn ze in staat om te vliegen en zijn ze zelfstandig. Na drie tot vier jaar zijn ze geslachtsrijp.


Tot de volgende...



Vogelpark Avifauna - Cuba Volière

18-11-2010
Vandaag met Cristien naar Avifauna geweest. Ik had eerst nog een molenroute uitgestippeld op weg naar het park, maar deze molens had ik al. Het was bedompen weer en we waren ook bijna alleen in het  park, van het voorjaar nog maar een keer over doen. Ik had vrijkaartjes omdat ik van Dierenpark Amersfoort een abonnement heb en deze vrijkaart moest ik gebruiken voor 31 Dec 2010.  Was dus een mooie gelegenheid om hier heen te gaan met z'n tweetjes. Ik denk dat niet alle vogels zich hebben laten zien, maar wat we gezien hebben was prachtig. Tussen de middag was in het park niets open om even te zitten en een hapje te eten, maar er was een prachtig alternatief in het Avifauna Hotel wat naast het park staat. Echt een aanrader om daar even tussen de middag te eten.  
In het Cuba Volière begint de wandeling van het park.

De Rode Ibes is een vreemde vogel, hij is namelijk "eigenlijk"niet rood. Dat vraagt om enige uitleg natuurlijk. Deze ibissen hebben van oorsprong bruingrijze en witte veren, ook jonge rode ibissen hebben die kleuren. Alleen door de natuurlijke aanleg kleurstoffen uit hub voedsel op te nemen, kleuren de vogels langzaam rood tot de rode ibissen die wij kennen. De befaamde Zweedse arts, plantkundige, zoöloog en geoloog Carl Linnaeus beschreef deze prachtige vogel voor het eerst in 1758.

Rode ibissen zijn rond de 60cm groot een man en pop zijn ongeveer gelijk. De man is wel groter en hij heeft een langere snavel. Ze leven in Zuid-Amerika langs de Amazone rivier en komen voor in Brazilië, Colombia, Venezuela, Guyana, Frans Guyana op Trinidad en Tobago en in Suriname. In Suriname leeft zelfs de helft van de wereld populatie van deze soort.

Ook in Noord-Amerika, met name Florida, leeft deze ibis in het wild, maar onderzoekers hebben aangetoond dat die populatie geheel afstamt van ontsnapte of vrijgelaten exemplaren.

  

 De pop legt per legsel gemiddeld 3 eieren, die 22 dagen bebroed worden voor de jongen er uit kruipen. De jongen worden door beide ouders om en om gevoerd, om de beurt vliegen de oudervogels naar ondiepe plassen om voedsel te verzamelen, de partner blijft op het nest tot de ander terug is. Na 4 weken klimmen de jonge ibissen uit het nest en beginnen hun vleugels te oefenen. Meestal na 3 dagen van vleugel oefeningen vliegen ze echt uit.


In het wild worden rode ibissen gemiddeld 15 jaar oud.


 
Flamingo's vormen een familie met 6 soorten die (na DNA-onderzoek) sterk verwant blijken met futen en duiven. Lange tijd werd gedacht dat ze verwant waren met ooievaars, maar dit blijkt niet zo te zijn. Tegenwoordig worden flamingo's ingedeeld in een eigen familie met twee geslachten, de Phoenicopteridae.


De soorten verschillen in grootte en kleur en ze leven ook in verschillende gebieden, in Afrika, Azië en Zuid-Amerika.

De natuurlijke habitat bestaat uit kustgebieden en zoutmeren, vaak wateren met een zeer hoog zoutgehalte.


De roze flamingo, deze soort is voor het eerst beschreven in 1811 door Pallas. Deze grote vogel leeft in het zuiden van Azië, in Afrika en in het zuiden van Europa, met name in Spanje. Een enkele keer worden de vogels ook waargenomen in Frankrijk, België en zelfs Nederland.


De roze flamingo is de grootste van de 6 soorten die wereldwijd leven, hij wordt gemiddeld 1,40 meter hoog maar het grootste ooit gemeten exemplaar was zelfs 1,87 meter.

Flamingo's kunnen zeer oud worden, in een dierentuin in Australië leeft een exemplaar dat daar in 1933 als volwassen vogel arriveerde. In 2010 is/was deze vogel nog steeds in leven. In het wild is de kans dat een dier zo oud wordt ongetwijfeld veel kleiner, iets trager kan al fataal zijn.

 
 Een flamingo heeft in verhouding met zijn geringe lichaamsgewicht enorm lange poten. Een volwassen flamingo weegt niet meer dan 3 kilo, maar de poten zijn vaak bijna een meter lang. Ook de hals is lang, ongeveer net zo lang als de poten. Dat moet ook wel want flamingo's staan het grootste deel van de dag recht op hun poten naar voedsel te zoeken. De kop hangt dan ondersteboven in het water en stroomt vol water. Dankzij een ingenieus filtersysteem in de snavel wordt het voedsel gescheiden van het water. Dit systeem van filteren wordt ook gezien bij een aantal walvis soorten, die hebben daar de baleinen voor.


De poten hebben zwemvliezen, maar die zijn vooral bedoeld om te zorgen dat de vogels niet wegzakken in de modderige bodem waar ze hun eten zoeken.

Het voedsel van flamingo's bestaat uit allerlei kleine waterdiertjes met garnalen en kreeftjes hoog op de lijst. Met name uit de garnalen wint de vogel de bouwstoffen voor zijn prachtige roze kleur.

 In de broedtijd bouwen flamingo's van modder en planten een flinke heuvel met een eenvoudig kuiltje bovenin. Deze heuvel is vrij hoog, omdat ze in veel gebieden waar ze leven eb en vloed meemaken. Na uitvoerig balts en imponeergedrag door de mannetjes volgen er meerdere paringen. Het vrouwtje legt ruim een week later een enkel groot ei. Beide vogels broeden om beurten na een maand komt het ei uit. Dit uitkomen blijkt een hele klus, want tussen het moment van aanpikken en daadwerkelijk uitkomen kan wel 48 uur zitten.


Een net geboren jong is amper 15 cm groot en bedekt met dik grijs dons. Net als duiven produceren flamingo's een soort kropmelk, een vette en voedzame vloeistof. Hiermee voeden ze het jong gedurende twee maanden. In die tijd is het jong flink gegroeid en kan het al wat lopen. Het blijft nog lang bedelen bij de ouders maar leert ondertussen ook zelf voedsel verzamelen. Met drie maanden hoort hij zelfstandig te kunnen eten.

Pas na een jaar worden de veren roze, maar nog steeds veel lichter dan die van de ouders. Helemaal volwassen en op kleur is hij pas op vierjarige leeftijd.


In dierentuinen wordt veelvuldig gekweekt met deze flamingo's, de dierentuin in Bazel was hier al in de vijftiger jaren succesvol mee. Zij kweekten tot nu toe rond de 400 jongen die overal ter wereld in dierentuinen leven, het gevaar van inteelt lag op de loer. Nu de diverse tuinen wereldwijd beter samenwerken, ontstaat er weer een wat bredere genenpoel en worden er geen of bijna geen dieren meer uit het wild gevangen.


 
Tot de volgende....