Incanto Images Fotografie

Incanto Images betekent betoverende foto's.
Ik hoop dat de betovering werkt en dat je kan genieten van de foto's.
Van macro- tot landschapfotografie en alles wat daar tussen in zit.





Posts tonen met het label Molens in Noord-Brabant. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Molens in Noord-Brabant. Alle posts tonen

Publicatie - Er op uit

 


Op 26 oktober nam Auke van Books Unlimited contact met mij op met de vraag, om voor zorgorganisatie Pantein uit Brabant een foto van de molen uit Boekel te willen plaatsen in het wandel/fietsboekje die hun in het Kerstpakket zouden gaan ontvangen.






Dit was natuurlijk een hele leuke mail. Tuurlijk wil ik daar aan meewerken. 
Maar zoals jullie weten heb ik wel meer molens in mijn mapjes zitten, dus ik vraag aan Auke of er misschien nog meer molens in de loop/fiets route liggen.

Klik op Korenmolen Boekel om er meer over te lezen.






En zo werd ook molen De Vlijt uit Geffen geplaatst in het boekje.

Is mijn molen gekte nog ergens goed voor...;-)






Dank je wel Auke voor de leuke samenwerking

Stella Polaris



Over het actieve verleden van deze molen is niet veel bekend. Tot omstreeks 1885 was Johannes Baptist "Jan" Holten ( 1845-1928), afkomstig uit een molenaarsgeslacht, hier molenaar. In of rond 1885 moet de molen door brand beschadigd of verwoest zijn. Holten vertrok daarop met vrouw Antonia van Wiechen en kinderen naar Tilburg en heeft daar de molen, die later bekend werd als "Teurlings molen" geëxploiteerd. Vanaf ca 1900 was de familie Bijl eigenaar.







Laatste molenaar-eigenaar was Cornelis van Rijn, die hier van 1949 tot januari 1957 maalde. Hij stopte met malen op windkracht, nadat hij in het dorp een geheel nieuwe maalderij had laten bouwen. De molen kwam stil te staan en is daarna nog diverse malen verkocht.







In 1958 werd het maalwerk gedeeltelijk uitgebroken en de romp tot woning ingericht, hetgeen geen succes was; de diverse bewoners, legaal of niet, gaven na kortere of langere tijd de strijd tegen het vocht op.







De danig vervallen en ook door vandalisme beschadigde molen werd eind jaren '80 wederom gerestaureerd en nu verging het molen en bewoners beter, de molen verkeert tegenwoordig in goede staat, dient als woning en atelier en draait regelmatig.







In 2015 begon de fa. Adriaens aan een flinke herstelbeurt, de stenen romp werd grondig nagekeken, nieuwe spruiten en schoren en delen van de stelling vervangen. In mei 2016 werd de molen opgeleverd.











Info Molendatbase nummer 511

Gennepermolen



De molen werd voor het eerst vermeld in 1249 in een schenkingsoorkonde toen de molen in het bezit kwam van de Norbetijnenabdij te Postel ( België). Bijna vijf eeuwen lang was de abdij de eigenaar van de molen. Op de verwoesting in 1583 volgde herbouw in 1586/87. De oorspronkelijke dubbele graan- en oliemolen ging vanaf 1622 ook dienst doen als volmolen.







Na verdere aanpassingen in 1715 en 1850, volgde in 1963 een ingrijpende restauratie, waarbij het houten molengebouw en het huidige enkele rad nagenoeg geheel werden vervangen. Helaas werd het gaandewerk zodanig gereconstrueerd, dat de overbrenging van rad naar stenen buitengewoon traag gaat, waardoor onvoldoende uit de waterkracht kan worden gehaald.







Op 11 februari 1998 werd de molen door brand zwaar beschadigd, maar vrijwel direct daarna hersteld. Het gaandewerk was bij deze brand niet aangetast, wél moest nagenoeg het gehele dak worden vervangen. Bij deze gelegenheid is besloten, de overkapping van het rad te laten vervallen, zodat dit thans weer geheel vrij te zien is. Op 27 oktober 2002 waalde bij zware storm een boom tegen de molen aan, maar veroorzaakte weinig schade. 




































Info Molendatabase nummer 517

Boekel molen



De geschiedenis van de molen gaat terug tot in het midden van de zeventiende eeuw, toen hij werd gebouwd door de Hollander Jan van Riemsdijk.

Het oudste jaartal dat in de molen te vinden is, dateert 1703 en hierachter staat de naam van de toenmalige eigenaar. Later is de molen naar Boekel overgeplaatst en werd eigendom van een zekere Peter Klefas, die in 1785 zijn naam in een der balken gekrast heeft met het molenaarsteken, de zogenaamde viertaksrijn.







Vanaf 1830 was de molen eigendom van de familie Van Boerdonk. In 1862 kwam Nicolaas Coppens, afkomstig uit Bakel en telg uit de bekende Brabantse molenaarsfamilie op de molen werken. In 1868 kocht hij de molen en bemaalde hem vervolgens tot zijn overlijden in 1879. Daarna zette zijn zoon Huub het bedrijf voort, vanaf 1895 daarin bijgestaan door diens broer Willem.






In 1904 vertrok Huub Coppens naar Geffen. Willem Coppens bleef in Boekel werken totdat hij de molen in 1919 verkocht aan Josephus Verbeek. Ook deze  stamde uit een oude Brabantse molenaarsfamilie. Toen hij in 1928 overleed werd het bedrijf door zijn kinderen voortgezet en tenslotte was alleen zijn J.C. Verbeek eigenaar en molenaar.







In 1934 besloot Verbeek een motor aan te schaffen. Deze grote ééncylindermotor ( met een maalstoel) kwam in een aanbouw van het muldershuis te staan. Het windbedrijf bleef evenwel nog hoofdzaak. Alleen bij windstilte of wanneer het extra druk was maakte men gebruik van de motor.







Gedurende zijn bestaan heeft de molen vele aanvallen van de natuur, maar ook van oorlogsgeweld moeten doorstaan. Zo werd in 1901 door een windhoos de kap van de molen gerukt. In het oorlogsjaar 1944 liep de molen tijdens een beschieting zware schade op. Als gevolg moest de houten as worden vervangen door een exemplaar van gietijzer.







Rond 1950 werd een lage loods achter de molen gebouwd en daar ging men elektrisch malen met Jaspers hamermolen. De molen kwam stil te staan en weldra trad verval in. 

Toen Verbeek niet veel later begon met sloopwerkzaamheden, ging er een algemeen protest op van de zijde van de Kerkstraatbewoners. Ook de gemeente Boekel wilde de molen graag behouden en zo kwamen gesprekken op gang. Beide partijen kwamen via een moeizame weg tot een akkoord, waarbij onder andere vereniging "De Hollandse Molen" advies verstrekte. Bij raadsbesluit van 11 maart 1959 werd de molen door de gemeente aangekocht. Zo bleef dit monument door Boekel behouden. Aan te nemen is, dat de molen kort daarop is hersteld. 







Rond 1970 werd het uiterlijk van de molen nogal gewijzigd: daarvoor was de kast wit geverfd met een donkergroene bies. Het galerijhek was geheel anders van vorm. De deuren waren wit met groene zandloper en een grote rode stip in het midden. De schoren waren eveneens wit. Bij een grote schilderbeurt verfde men de kast okergeel met een witte bies.






De molen werd eind jaren '80 door molenmaker Beijk gerestaureerd. De ingekorte Potroeden, ooit door grootvader Verbeek in Zuid-Holland tweedehands gekocht, werden vervangen door nieuwe gelaste exemplaren. De oude roeden gingen naar "De Onderneming" te Schayk ( die met dit derdehands materiaal een 'schertsrestauratie kreeg...). In september 1989 werd de 160.000,00 gulden kostende restauratie voltooid en kon de standerdmolen in principe weer draaien.







Helaas kreeg de molen, bij vonnis van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch in december 1989 een draaiverbod onder dwangsom opgelegd. Dit vanwege een al jarenlang durende kwestie over het eigendom van de grond rondom de molen: die is namelijk maar zeer ten dele bezit van de gemeente Boekel, bepaalde stukken zijn particulier. Als gevolg hiervan was het na 1959 niet goed meer mogelijk, de molen te laten draaien.

Dit is bijzonder te betreuren: deze standerdmolen is gelegen op een schitterende plaats in het dorp, op een berg aan een driesprong, in het verlengde van de brede Kerkstraat. De molen sluit die als het ware af.







De toekomst van deze molen als levend monument is onzeker: op de huidige plaats mag de molen niet draaien omdat het wiekenhuis deels over privé-terrein draait. Ieder plan om de molen iets te verplaatsen, zodat de molen in ieder geval weer kan worden gekruid en gedraaid, is getorpedeerd. De fraaie ligging ten opzichte van de Kerkstraat is op die manier een nadeel gebleken. Pal naast de staartbalk staat sinds jaar en dag zelfs een muur, om de grens tussen molen- en privéterrein aan te geven.

Het is zeer te hopen, dat voor deze bijzondere vervelende zaak een keer een oplossing komt!







Voor de molen zelf werd de zaak er, na jaren niet te hebben mogen draaien, niet beter op. Nadat er een tijdlang verveloos en zonder voorzomen bij te hebben gestaan, werd in het voorjaar van 2010 een grote schilderbeurt uitgevoerd en werden ook enige zaken vernieuwd, zoals heklatten, enige traptreden en deuren. Met grote moeite is de molen toen enige malen rondgetrokken. De roeden, bepaald nog niet oud, bleken door de jarenlange stilstand alweer in matige staat.







Deze molen heeft, voorzover bekend, nooit een naam gehad.







Vermoedelijk de enige molen in Nederland die van hogerhand niet mág draaien.






Info Molendatabase nummer 502

De Opwettense watermolen




Deze onderslag-watermolen werd rond de 11de eeuw gebouwd als ban-korenmolen 
op de Kleine Dommel. Een gedeelte van de molen heeft dienst gedaan als olie-, houtzaag- en volmolen. Het achterste deel was ook in gebruik als leerlooierij.

In de 14de eeuw was de molen eigendom van de Heren van Cuyk en Mierlo, daarna van de Bossche eigenaars Cicbier van laatstgenoemde Heerlijkheid.







1743 is vaak genoemd als bouwjaar, maar ook dat is niet juist. Vóór 1726 was Wilhelmus van der Meulen uit Stiphout eigenaar. In dat jaar gaf Johannes Sengers zijn zoon Theodorus opdracht om deze molen te kopen. Johannes bezat op dat moment al een deel van de molen als erfdeel. De andere erfgenamen heeft hij dat jaar uitgekocht. Vanaf 1726 tot en met de vererving van Gerardus van Hoorn in 1916 heeft de molen altijd Jansmolen geheten en was in bezit van de familie Sengers.






                                                                                                
De huidige molen  moet dateren uit 1765 en mogelijk nog iets later: op 10 november 1764 was vrijwel het gehele molencomplex door brand verwoest, waar. Vanaf het daarop volgende jaar moet alles zijn herbouwd. Gezien de grootte van het complex zal dit niet in zeer korte tijd zijn gebeurd.







Het hoge gebouw met het grote rad is de korenmolen; het lage gebouw herbergde vroeger een oliemolen; in het hoge gedeelte was destijds ook een houtzaag-inrichting gevestigd. De korenmolen is compleet en in principe maalvaardig; van het zaagwerk zijn restanten aanwezig en het oliewerk is geheel verdwenen; alleen buiten staan nog twee kantstenen los opgesteld.







Tegenwoordig is deze molen ook weer regelmatig in bedrijf en wordt er voor een bakker en particulieren gemalen.






Een bijzonderheid aan de inrichting is het ontbreken van de steenkraan. De stenen in de Opwettense Watermolen gelicht met behulp van de steenreep. Alle voorzieningen hiervoor zijn nog aanwezig.






Begin 2014 waren er plannen om het oude oliemolengebouw te gaan gebruiken voor horeca-doeleinden, evenwel zonder de sfeer van de molen aan te tasten.







Deze molen wordt tegenwoordig nooit anders vernoemd dan naar het gehucht nabij Nuenen, waar hij staat. In het verleden werd ook de naam "St. Antoniusmolen" gebruikt, naar Sint Antonius Abt, aan wie op ca. 200 meter van de molen ook een kapel gewijd was.
Vanaf 1726 tot en met de vererving aan Gerardus van Hoorn in 1916 werd de molen Jansmolen genoemd.






Deze watermolen heeft het grootste waterrad van Nederland.
Als één van de zeer weinige watermolens heeft het aswiel een vang; een voorziening uit de tijd, dat de molen ook als houtzaagmolen functioneerde.







Het naastgelegen muldershuis heeft een gevelsteen, die herinnert aan de 100ste verjaardag van molenaar Piet van Hoorn ( 1873-1973). Van Hoorn heeft als kind Vincent van Gogh nog gekend. Die woonde toentertijd als domineeszoon in de pastorie te Nuenen en kwam ook deze molen schilderen. De jonge Piet van Hoorn vond Van Gogh geen gek ( zoals velen hem vonden) maar wel een zonderling.