In 1624 werd de polder bedijkt, echter vond al in 1625 een doorbraak plaats. De eerst molen stond nabij de Zoolsdijk aan het noordelijke eind van de Grote Middenlaan, dus niet op de plaats van de huidige molen. Op een keert uit 1659 staat de oude molen aangegeven.
In de jaren 1767/70 lieten de gecommitteerden van het Workumer Nieuwland voor 1700,00 gulden door Egbert Dirks een nieuwe molen bouwen. Deze molen kreeg een vlucht van 60 voeten (= koningvoet van 0.326 m ofwel 19,56 meter). Waar deze molen werd gebouwd is niet bekend, echter niet op de plaats van de eerste molen.
Gelukkig had men bij de bouw van deze molen, de eerste laten staan. Want al snel bleek dat de tweede molen niet voldoende water kon verzetten. Blijkbaar was er in de vergadering al verzet geweest om een kleinere molen dan de bestaande neer te zetten, want een van de gecommitteerden, Joh. Koopmans, kon onder vele adhesiebetuigingen verklaren dat wegens het onvoldoende malen in februarie 1775 in had gegrepen: hij stelde de oude molen, de tegenwerking van de molenaar en de voorstanders van de nieuwe molen ten spijt, weer in het werk. De oude molen was toen ruim 150jaar oud en in geen drie jaar onderhouden, maar kennelijk nog steeds maalvaardig.
Na een overstromingsramp in 1776 werd in de jaren 1784/1785 wederom een nieuwe molen gebouwd met een vlucht van 76 voeten door Widmar Sipkes. Dit is de huidige molen, de derde voor dit waterschap. Gecommitteerden van het Workumer Nieuwland verkochten ( volgens een advertentie in de Leeuwarder Courant) op 30 december 1784 op afbraak: 'een groote oude Scheprads Watermolen van 86 voeten Vlugt waarvan eenige Raderen etc. tot gebruik in een nieuwen Schroefmolen zijn uitgenomen', zoo denzelven Moolen is staande in gedagte Polder'. Dit waren het bovenwiel en de bonkelaar. De nieuwe molen heeft blijkbaar wel voldaan, want die heeft het tot de helft van de 20ste eeuw volgehouden.
In 1950 werd in de molen een dieselmotor geplaatst en de vijzel vervangen door een veel breder exemplaar, met een doorsnee van 1,80 meter. Vanaf 1972 was het Waterschap Tusken Mar en Klif eigenaar, in 1988 werd dit de Workumer Molenstichting.
Een restauratie in 1987, toen onder meer nieuwe roeden werden gestoken, kostte het 182.000 gulden, In 2006 werd de grote, uit 1950 daterende, motorvijzel vervangen door een exemplaar met een diameter van 1.40 meter, veel geschikter voor windkracht. Niet voor niets is deze molen vervolgens door het Wetterskip Fryslân bestemd tot reservegemaal in geval van ernstige wateroverlast.
De lange spruit bestond uit twee stukken met een lange schuine las aan elkaar gezet, het geheel is voorzien van stalen stroppen; in 1986 werd dit weer één lange, nieuwe balk. De ijzerbalk is van onderen in de voeghouten gekeept en loopt aan weerszijde van de voeghouten door tot even voorbij de bovenring, die aan de ijzerbalk bevestigd is met stalen stroppen. In het verlengde van de ijzerbalk zijn stukken ingezet in de spanring. Uit dit alles zou men kunnen opmaken dat de huidige ijzerbalk vroeger ook een lange spruit was en dat de latere lange spruit een wijziging in de constructie is.
Grappig is dat de onderdorpels van de dakkisten in de rieten romp met dakpannen zijn belegd. Dit dateert van het vervangen van het rietdek uit 1950 en moest later, hoewel dus niet origineel, gehandhaafd blijven.
Great and exciting pictures you show here.
BeantwoordenVerwijderenOttar
Mooie zonnige serie, Yvonne. Misschien leuk om hier eens de zonsondergang te pakken? Gr Jody
BeantwoordenVerwijderenFantastische foto's van deze supermooie poldermolen en de informatie erbij maken het helemaal af!
BeantwoordenVerwijderenprachtig Von!
groetjes,
Maria
p.s. had je gelezen dat de wipmolen langs de Zuilensering is afgebrand?
Ik ben er heel ontdaan van!