Aan de typische bolvormige door een schutblad omsloten bloeiwijze is kraailook, Allium Vineale L. , uit de narcisfamilie of Amaryllidaceae, gemakkelijk te herkennen.
De planten hebben ondergronds een bol met daaraan een bosvormige wortelstelsel. Als je zo'n bol open peutert, zie je dat het eigenlijk een samenstel is van alle bladeren met in het midden een nog niet gestrekte stengel voor de bloeiwijze. Zo'n bol mag je dus eigenlijk niet vergelijken met wat bij andere planten de wortel is, maar in feite is zo'n bol een hele plant in het klein, met eronder de wortels die een bos vormen.
In het vroege voorjaar groeien alle organen die al in de bol aanwezig zijn uit tot de bovengrondse plant. Dan zie je de lange priemvormige holle bladeren. Ze komen tevoorschijn vanuit de ondergrondse wortels en tot halverwege de stengels. Ze reiken tot ruim 50 soms tot wel 70cm hoogte. De bladeren zijn ook glad en gaaf en aan de bovenzijde gegroefd. De bladeren komen al tevoorschijn in de herfst en verweken tijdens de bloei in de vroege zomer.
Midden tussen deze priemvormige bladeren staat de bloeistengel. Deze is rolrond, glad en op doorsnede gevuld. Deze heeft bovenaan meestal een bolvormige scherm dat wordt bedekt door een vliezig schutblad of schede. Binnen dit schutblad bestaat de bol meestal alleen maar uit broedbolletjes, waaraan vaak al een jong groen blad te zien is. Deze broedbolletjes kunnen op de grond vallen en dan ontwikkelt zich daaruit een jong Kraailookplantje.
Maar tussen de broedbolletjes kan zich een klein aantal echte bloemen ontwikkelen; het schutblad laat in deze situatie rondom los en blijft maar aan een kant aan de bloeistengel vast zitten. De - weinige- bloemen hebben een tamelijk lange bloemsteel waarmee ze een eindje boven de broedbolletjes uitsteken of -hangen.
De bloemen zijn regelmatig. Ze hebben een bloemdek dat ogenschijnlijk uit zes bloemdekbladen staat, maar aan de inplanting is te zien dat er eigenlijk drie buitenste bloemdekbladen staat, maar aan de inplanting is te zien dat er eigenlijk drie buitenste bloemdekbladen, zijn.
De kleur van de bloemdekbladen is purper tot roze of tot witachtig groen. Ze zien er alle zes ongeveer hetzelfde uit. Binnen het bloemdek staan zes meeldraden. De drie binnenste hebben naast de korte helmdraad nog twee tanden, die langer zijn de het draadachtige deel dat de helmknop draagt. Het bovenstandig vruchtbeginsel groeit na bestuiving en bevruchting uit tot een doosvracht met twee zaden.
Wanneer de plant verouderd en de bloei voorbij is, lijken de bloeistengels te verhouten. Zo blijven ze nog enige tijd in de vegetatie staan.
Datum: 7 juni 2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Bedankt voor je bezoek en leuk dat je even de tijd neemt om een berichtje achter te laten!
Thanks for visiting my blog and leaving a comment!